De actieve behandelmethode van Mensendieck is gericht op het houdings- en bewegingsapparaat van de mens. De grondlegster van deze methode, mw. Bess Mensendieck geboren in Duitsland 1867 overleden in New York 1957.
Haar bewegingsleer was een reactie op de Victoriaanse normen en de vervreemding van het eigen lichaam als gevolg van de toen heersende moraal. Mw. Bess Mensendieck predikte dat geestelijke activiteiten niet los gezien kunnen worden van het lichamelijke en dat iedereen grotendeels zelf de contouren van zijn lichaam kan bepalen door op een functionele manier te oefenen. Geen geïsoleerde spieroefeningen, zoals uitgevoerd bij de Heilgymnastiek, maar bewust en totaal bewegen.
Van bewegingslessen naar behandelmethode
Aanvankelijk gaf Bess Mensendieck bewegingslessen aan mensen zonder klachten, later ging zij haar methode ook op patiënten toepassen. Hier behaalde ze goede resultaten en kreeg daardoor vanuit de medische wereld steeds meer aandacht en erkenning voor haar werk. In 1905 was Mensendieck een veel gebruikte methode en rond 1920 opent Bess Mensendieck een grote praktijk aan South Central Park 36 te New York waar ze met veel succes patiënten zal behandelen. In 1925 startte de Nederlandse arts mw. Anna Overduin, op verzoek van mevrouw Mensendieck, met het opleiden van de eerste Mensendieckleraressen in Nederland. Veel prominente artsen en wetenschappers komen in aanraking met de behandelmethode en zien de kwaliteit van de bewegingsleer. De universitaire ziekenhuizen van Amsterdam en Utrecht openen eind jaren 40 hun eigen afdeling Mensendieck. Prof. Dr. F.J.J. Buytendijk, specialist op gebied van houding en beweging en het menselijk gedrag, is meer dan 30 jaar verbonden aan de opleiding in Amsterdam.
Behandelmethode tot oefentherapie Mensendieck
In eerste instantie wordt er gesproken over bewegingsleer Mensendieck naast de bewegingsleer Cesar (lees ook mijn: Geschiedenis van de Cesartherapie artikel). In de aanloop naar de erkenning, terwijl de bewegingsleraren en leraressen in zien dat zij een veel grotere rol hebben dan die hen wordt toegekend, spreken de beroepsbeoefenaren zelf over Mensendiecktherapie en Cesartherapie. Na de erkenning van het beroep wordt er over oefentherapie gesproken. Oefentherapie kent net als de heilgymnastiek zijn oorsprong in de tweede helft van de 19e eeuw.
|